600 jaren Familie de Herlin.

Vader aller vaderen

Omstreeks 1000 n. Chr.

De geschiedenis van de familie De Herlin, gaat ongeveer 1000 jaren terug. Er zijn 32 generaties tot en met de vader aller vaderen. De oorsprong van de familie ligt in St. Omer in Frankrijk, destijds nog een deel van de Zuidelijke-Nederlanden. Wij beschouwen Hoston van St. Omer als de stamvader. Zijn wapen was rood en had een gouden balk. Beide onderdelen zijn heden nog de basis van ons wapen. Hoston is ook stamvader van vele in Frankrijk voorkomende adellijke families.

Herlin als familienaam

Omstreeks 1150  n. Chr.

De zevende zoon van Hoston, Ebrouin kreeg als erfgenaam onder andere de heerlijkheden Herlin (Herlin-le-sec, Herlincourt en Herlin-vert in het noorden van Frankrijk). Hij noemde zich Senior de Herlin (Heer van Herlin) en vestigde daarmee de familienaam.

Een vrouw  zet de familielijn door.

1280 n. Chr.

Met Jolente de Herlin en haar echtgenoot Eustache de St. Omer zet zich de familienaam via de vrouwelijke lijn voort. Zij heeft samen met haar zoon Obert de dorpen Herlin overgenomen.

Oorlogen en Kruistochten.

1100 tot 1300 n. Chr.

In deze twee eeuwen beleefde de familie een bloeitijd. De mannelijk nakomelingen waren hoofdzakelijk ridders. Dat betekende dat zij hun bijdrage moesten leveren ter bescherming van hun landerijen en kerk. Zo waren zij onder andere beschermheren van het klooster Mont St. Eloi en namen deel aan de kruistochten. Geoffroy was twee keer in het Heilige Land. Hij was “koning” van landgoederen in Palestina onder andere in Uruk en Saba. Echter zijn ze niet in staat geweest hun bezit in hun vaderland uit te breiden.

Bezittingen van Herlin

Tot 1400 n. Chr.

Tegen het einde van de 13e eeuw gingen zelfs bezittingen verloren. Met het huwelijk van Avoye, erfgename van der Herlin-bezittingen , gingen deze omstreeks 1400 over in het bezit van andere families. Oorlogen en schermutselingen van de ridders leidden ertoe dat er meer bezittingen verloren zijn gegaan. Dit leidde tot dat velen van hen in de tijd erna geestelijken zijn geworden en zich daarmee overgaven aan de “schoot van de kerk”. De katholieke kerk was in die tijd allesoverheersend . In Atrecht (thans Arras) waren er in die tijd ongeveer 50 kerken. De kerkelijke belastingen waren voor diegenen met bezittingen hoog.

Wijnhandel

Vanaf 1400 n. Chr.

De ontwikkeling van de wijnhandel leverde voor de komende tijd bestaanszekerheid op. Waarschijnlijk was het Michel (tussen 1400 en 1430) die met de wijnhandel is begonnen. Hij is de betovergrootvader van de martelaren van Atrecht. Waarschijnlijk leefde hij destijds al in Atrecht. Volgens de oude genealogie kocht hij onder andere het slot Asseneide, wat de terugkeer van de welvaart aankondigde.

Verlies van de adellijke titel.

Rond 1400 n. Chr.

Met de wijnhandel in Atrecht bouwde zich de welvaart in snel tempo weer op. In dezelfde tijd werd de familie de adellijke titel ontnomen, omdat diegene die handel dreef het recht op de adellijke titel verloor. Niettemin trouwde men tot in de 17e eeuw  “adellijk”, omdat de familie door hun bezit aantrekkelijk  bleef en ooit zelf de adellijke titel bezat.

Welvaart voor de Reformatie

Tot 1600 n. Chr.

Jean Herlin (1482-1559) kon in de omgeving van Atrecht voor zijn dochter Marie het slot ‘Chateau Hautecloque’en verdere landerijen kopen. Dit slot ligt in de omgeving van Herlincourt. Jean moet van het bezit van zijn voorouders hebben geweten. Het betekende veel voor hem om het land van zijn voorouders terug te kopen.

 

De zoon van Jean, Michel de oudere, bezat het bij Valenciennes gelegen Chateau d’Haut in Jenlain. De zoon van Michel genaamd Claude, de stamvader van de huidige Duitse en Nederlandse familie, bezat meerdere goederen in Rijsel (thans Lille). In het jaar 1600 bedroeg zijn bezittingen  nog ca. 100 ha. land, ofschoon hij al in 1580 uit zijn vaderland naar Antwerpen was gevlucht.

Onverzettelijk geloof en onthoofding

1567 n. Chr.

Met de belijdenis van Michel de oudere en zijn zoon Michel de jongere tot de reformatie

veranderde de situatie voor de familie. De beide Michel’s moesten zeer ontevreden met

de pronkzucht en verkwistende houding van de katholieke kerk geweest zijn. Deze openlijke

belijdenis en de actieve medewerking aan de reformatie heeft ten slotte tot vervolging

geleid en daarna de onthoofding van vader en zoon Michel in het jaar 1567 te Valenciennes.

Michel de jongere vluchtte  in de omgeving van Valenciennes. Wij kennen zijn vluchtweg tot aan de grens met België zeer precies. Het eind van zijn weg naar de vrijheid zijn wij over een afstand van 30 km nagegaan. Het was een bijzonder gevoel na meer dan 400 jaren de weg tot aan het restaurant in Rumegies te vervolgen.

 

Beide Michel’s wisten dat zij hun leven en hun bezittingen verliezen zouden. En toch hebben zij hun geloof aan de protestante kerk niet opgegeven. In vele boeken worden zij als

martelaren vermeld.

Inname van den Brielle.

1572 n. Chr.

Bij de inname van den Brielle op 1 april 1572 heeft Gautier Herlin, de tweede zoon en broer van de Michel’s Herlin een belangrijke rol gespeeld. In het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek zesde deel uitgave 1924 is hij genoemd als een persoon die een belangrijke bijdrage heeft geleverd voor het maatschappelijk belang van Nederland.

Onverkort staat het volgende vermeld:

“Herlin (Gautier) geb. te Valenciennes data van geb. en overl. onbekend, zoon van Michel Herlin, kapitein der burgerij. Deze was ijverig hervormd en werd in 1567 na de inneming van Valenciennes door de Spanjaarden onthoofd. Gautier Herlin voegde zich bij de Boschgeuzen in Vlaanderen, hij werd gevangen genomen en de Spanjaarden sneden hem neus en oren af; het gelukte hem te ontvluchten  en hij voegde zich bij de watergeuzen. Hij had de gewoonte om alle gevangen genomen geestelijken op gelijke wijze te behandelen als hemzelf was geschied. 1 april 1572 was hij bij de inneming van den Brielle.” 

Overname van chateau Jenlain door Ester Herlin.

1586 n.Chr.

Ofschoon met deze onthoofdingen het eigendom van beide Michel’s geconfisqueerd werden, kon Ester Herlin dochter van Michel de jongere het slot Jenlain (aan de grens met België)

overnemen. Haar moeder heeft zich nooit tot de reformatie bekeerd en is vroegtijdig naar haar ouders in Rijsel  gegaan. Deze familie  heeft het slot vermoedelijk “gezekerd”

omdat Ester toen een paar jaar oud was. Later (1586) treed zij in het huwelijk met Pierre

de Croix en leefde met hem op het slot. Door huwelijk met de familie d’Espiennes ging het slot in de 17e eeuw in andere handen over. In de loop van de tijd werd het vernieuwd, vergroot

en is thans tot een prachtig, het geld waard zijnde, slothotel met 6 kamers omgebouwd.

Wij weten bijna niets over de verblijfplaats van de kinderen van Michel de oudere.

Het schijnt dat een ervan varkenshoeder is geweest. Recentelijk is de biografie van Cautier, zijn tweede zoon, bekend geworden. Zie ook inname den Brielle 1572.

De vader van de Herlin trekt naar Antwerpen

1575 n. Chr.

Ongeveer 5-10 jaren na de onthoofding van de Michel’s vluchtte broer Claude van Rijsel (Lille of omgeving) naar Antwerpen en werkte daar als koopman. Hier kon hij zich vrij tot

de reformatie belijden. Zijn inkomsten bestonden wederom uit de pacht van de 8 landerijen

in Vlaanderen. Hij was bovendien kapitein van de burgerwacht in Antwerpen.

Hen behoorden ook twee kleine boerderijen in Zeeland (in Kruiningen). Tegenwoordig

heeft een straat in Kruiningen nog de naam van zijn boerderij(blauwe-hoeve). Meer is er niet te vinden. Alle kinderen van Claude zijn in Antwerpen geboren.

Van Herlin tot Herlyn,Herlijn, Heerlijn, Heerlien, Heerlein, Herlien, Herlein, Herleijn, Herlins

Rond 1590 n. Chr.

In Antwerpen veranderde de schrijfwijze van de naam: Zo werd de naam Herlin verandert in Herlyn. De Duitse tak als nazaten van Claude de Herlin hebben bijna zonder uitzondering de naam Herlyn. Bij De Nederlandse tak welke teruggaat tot Nicolaus Herlin ligt de naamgeving

volledig anders. Nicolaus geboortenaam Herlin verandert in de naam Herlijn. Rond het jaar 1767 verandert de naam in Herlien, Heerlein en Heerlijn. De reden hiervan zou kunnen zijn dat het Duitse Her  in het Nederlands Heer is geworden en het Duitse lein is veranderd in lien of lijn. Zekerheid is wat dat betreft niet te verkrijgen. Zeker is wel dat binnen één gezin uiteindelijk 3 familienamen zijn voortgekomen. Heerlein, Heerlien en Heerlijn. De naam Heerlein is later veranderd in Heerlien. Overwegend worden de nu in Nederland wonende familieleden Heerlien of Heerlijn genoemd.

Het begin in Bremen.

1590 n. Chr.

Omdat Antwerpen in 1586 wederom werd veroverd door de Spanjaarden,  trok Claude omstreeks 1590 van Antwerpen naar Bremen. Al tien jaren na de vlucht stierf hij in 1600 op 65-jarige leeftijd. Zijn zoon Jean of Johann verkreeg als eerste Herlin het burgerrecht in Bremen (1606). Van zijn  mooie dochter Barbara  is heden nog een schilderij te zien in het stadhuis te Bremen.

Phillipp de Eerste

1575 n. Chr.

De meeste in Duitsland wonende Herlyn’s zijn afstammelingen van de zoon van Claude Phillipp (*1575), die koopman in Bremen en later in Emden was, waar hij 3 huizen kocht. Zijn zoon Charles werd onterft, omdat hij een ongeregeld en woest leven leidde.

Opdracht tot het maken van de genealogie van de familie.

1618 n. Chr.

Een essentieel deel van onze kennis over de familie heeft zijn oorsprong in de genealogie uit 1669, die door Jean le Carpentier vervaardigd werd. Waarschijnlijk heeft Claude (* ca. 1618) die zijn adellijke titel gebruikte , deze opdracht gegeven.  Helaas heeft deze genealogie talrijke verfraaiingen en fouten. Wij hebben vele fouten door onafhankelijke documenten, hoofdzakelijk testamenten, kunnen corrigeren. De genealogie van de familie De Herlin ligt onder andere in de Koninklijke Bibliotheek van Brussel.

Jaques Herlin de tweede

1623 n. Chr.

De meeste in Nederland wonende Heerlien/Heerlijn familie stamt af van de in ca. 1623 als oudste zoon van Phillipp en . Anna Staas. Hij was koopman van beroep en nam het bedrijf van zijn vader waarschijnlijk in 1655 over. Wat zijn vader heeft verdient met de handel heeft Jaques na aller waarschijnlijkheid weer verloren.

Hij verpandt zelfs het hem toekomend huis van de grootouders  van zijn vrouw.

Het beviel hem niet zo goed in Emden en na de dood van zijn vader verdwijnt zijn naam uit de akten en overeenkomsten. Na nu bekend is, is hij waarschijnlijk uitgeweken naar Nederland. Hij is overleden  voor 25-07-1669 omdat zijn tweede vrouw Marretjen Klaesen op 25 juli 1669 in Delfzijl in het huwelijk treed met Willem Oliman. Zijn zoon Nicolaus heeft zich definitief gevestigd in Delfzijl.

Phillipp de tweede, predikant te Visquard.

Vanaf 1670 n. Chr.

 

Hij is de zoon (*1630) van Philipp de eerste en studeerde theologie in Nederland. Hij werd predikant te Visquard en had een  nevenactiviteit in de landbouw, wat gebruikelijk was.

Alle vier kinderen van Philipp werden geachte landbouwers. Zijn zoon Dirk (*1660) had 4 zonen die waarschijnlijk allen jong zijn overleden.

Jean de Herlin

1718 n. Chr.

Jean De Herlin is op 20-03-1672 gedoopt te Amsterdam. Zij ouders zijn Jacob Herlin (*1637) te Bremen en Cornelia Lobbrecht. Op 26-01-1696 is hij in Visvliet getrouwd met Roelina Berendina de Sig(h)ers. Waarschijnlijk zijn de ouders van Roelina bewoners geweest van één van de borgen in het Westerkwartier (West-Groningen). Hij vestigde  zich in Groningen, in de Kleine Toelast, alwaar zijn zoon op 11-02-1707 wordt geboren. Hij is verhuisd naar Leeuwarden alwaar hij op 13-12-1709 het burgerrecht verwierf.

In het jaar 1718 wordt het boek

 

“Beschrijvinge van de Volk-Plantinge Zuriname” onder het pseudoniem J. D. HL.

 

bij uitgeverij  Meindert Inja St. Jacobs-straat  te Leeuwarden gedrukt en verkocht.

In de tweede druk wordt een gedicht bijgevoegd van T.K. Haaxma met als benaming

J.D. Herlein. Het is het eerste boek over Suriname en het is een belangrijke bron voor andere uitgaven. De familie  vluchtte voor de Spanjaarden van Valenciennes via Antwerpen naar  Bremen.  Uiteindelijk hebben zij zich in Amsterdam gevestigd. De naam Herlin kent vele verbasteringen. Fonetisch is de naam Herlin bijna gelijk aan Herlein.

De relatie naar Suriname kan zijn dat familielid Susanne Herlin(s) op 25-03-1696 in het huwelijk treed met Jacob de Brun(Bruin) te Paramaribo Suriname.

 

Philipp de vijfde als eerste landbouwer op Uplewarder Grashaus

1780 n. Chr. 

Philipp (*1746) kwam in 1780 als pachter van de domeinen op het Uplewarder Grashaus.

Het Grashaus werd tot 1965 door zijn nakomelingen geëxploiteerd.

Hij had destijds een moeilijke tijd wat bleek uit zijn brieven aan Federik de Grote. Ongeveer 60% van de thans in Duitsland wonende Herlyn’s zijn nakomelingen van hem.

Hoge kindersterfte

1750 tot 1850 n. Chr.

Het is voor ons nauwelijks te begrijpen dat vele kinderen uit deze periode vlak na de geboorte overleden. Zo had Trientje (*1700) tien kinderen en Tiemen (*1768) veertien kinderen, die allemaal jong zijn gestorven. Het is aannemelijk dat de pest hierbij een grote rol heeft gespeeld.

Een groot deel van de familie waren boeren in Ost-Friesland. Een vierde deel van de familie was nog tot begin van de 20-eeuw in de landbouw werkzaam en hadden veelal gepachte boerderijen die in de loop van de tijd gekocht werden. Er zijn vandaag nog 8 boerderijen in eigendom van de familie. Het aandeel van de familieleden in de landbouw ligt nog steeds boven het landelijk gemiddelde. Dat geldt ook voor het aandeel ambachtelijke beroepen, die zich in de loop der tijd verder hebben ontwikkeld.

 

 

Voor de Nederlandse familie geld m.b.t. de kindersterfte vrijwel hetzelfde. De Nederlandse tak was bijna uitgestorven. Het jongste kind van Philippus (*1697) en Antje Alberts (*1697) Metjen genaamd was op 12 jarige leeftijd wees. Zij heeft als enige de naam Herlijn aangenomen en is daarmee de stammoeder van 99% van alle in Nederland wonende Heerlien/Heerlijn familie. Aangenomen mag worden dat niet alleen de pest verantwoordelijk is geweest voor de hoge kindersterfte maar ook de bittere armoede, sociale omstandigheden en gebrek aan onderwijs een belangrijke rol heeft gespeeld.

In de meeste gevallen waren de mensen dagloner en werkten als zodanig in de landbouw. In latere jaren vonden velen werk in de scheepsbouw en andere industrieën.

Herlyn en Heerlijn in Amerika

Vanaf 1880 n. Chr.

De boerderijen konden niet verder onder de kinderen worden verdeeld. Dat was de reden dat Heinrich Albrecht Herlyn (*1860) uit Eesterncharlottenpolder emigreerde. Hij trouwde in Amerika met Maria Etta Weerda uit Grossmidlum (Ost-Friesland) Heden zijn er van hen ongeveer 40 nakomelingen. Eveneens emigreerde in 1866 Johannes Albertus Herlyn (*1845).

Met deze tak hebben wij geen contact. Maar er zijn meerdere nakomelingen in Amerika.

Uit Nederland zijn Onne Heerlien (*1888) en Gerrit  Heerlien (*1891) naar Amerika geëmigreerd. Alles wat bekend is, is dat Onne in 1910 is aangekomen in New York en Gerrit is overleden te New York  in februari 1977.

Van de familie Heerlijn zijn Onne Heerlijn (*1900)  en broer Gaaike Heerlijn (*1914) naar Amerika geëmigreerd. De nakomelingen staan geregistreerd met de naam Heerlyn.

Ook Geert Heerlijn (*1840)”van een andere tak”is samen met zijn vrouw Jantje Waalkema

naar Amerika geëmigreerd.. Zij staan geregistreerd met de naam Herlyn. Met de Nederlandse Heerlien/Heerlijn families is in Amerika geen contact.

Artsen en predikanten

Sedert 1883 n. Chr.

Met de studie van 3 kinderen van Jakob Johannes Herlyn (*1829) op Grashaus ontstond een tak met veel artsen (Sunke *1868), Ulfert *1856) en predikanten (Jacob Johannes (*1872).

Ulfert behaalde in 1883 de doctorstitel. Vandaag zijn ongeveer 20 familieleden in de beide beroepen werkzaam.

1. oplage van de familiestamboom

1914 n. Chr.

Aan Jakob Johannes Ulrich Herlyn hebben wij de eerste stamboom van de familie Herlyn te danken. De opdracht daartoe  omstreeks 1915 komt van de kinderen van J.J.U. Herlyn.

J.J.U. Herlyn heeft een uitstekende basis gelegd voor de nieuwe uitgave in 1978. (Uitgevers Jakob, Meenhard en Folkert Herlyn).

Tweede wereldoorlog

1940-1945 n. Chr.

Ook dit is een deel van onze gezamenlijke geschiedenis en mag in dit overzicht niet ontbreken.

Voor zover nu bekend is Sikke Heerlijn geboren te ’t Zandt op 14-05-1921  en overleden op

 07-12-1944 te Neuengamme  (D). Het hoe en waarom Sikke is gedeporteerd naar Neuengamme is thans niet bekend. Daarvoor zouden andere informatiebronnen beschikbaar moeten zijn.

Voor het overige is specifiek weinig bekend over deze periode, behoudens dat een aantal aanverwanten slachtoffer zijn geworden.

De broer van Sikke, Derk Heerlijn was lid van het verzet in Meppel en verrichtte diverse koeriersdiensten. Hij was lid van de Meppelse  Knokploeg (KP) en nam deel aan diverse

gecoördineerde acties.

2. uitgave  van de familiestamboom

1978 n. Chr.

Gebaseerd op het werk van J.J.U. Herlyn, die een uitstekende basis gelegd heeft, werd in 1978 een tweede uitgave van de stamboom gepubliceerd.

De uitgevers waren Jakob Herlyn, Meenhard Herlyn en Folkert Herlyn.

Meenhard als laatste Herlyn op het Uplewarder Grashaus

1965 n. Chr.

De familietraditie werd zeer door het Uplewarder Grashaus bepaald. De boederij werd tot 1965 door 5 generaties van de Staat gepacht en dan in 1963 door Meenhard gekocht.

Vanwege een hartinfarct in het jaar 1965 moest hij de boerderij opgeven.

Geen van zijn 4 zonen  hebben hun vader  opgevolgd en hebben in overeenstemming met hun opleiding voor een andere beroep gekozen.

Pieter Melle Heerlien

1974 n.Chr.

Op 12 augustus 1974 is Pieter Melle Heerlien  (*1908) door Hare Majesteit de Koningin Juliana benoemd tot RIDDER IN DE ORDE VAN ORANJE-NASSAU. Hij kreeg deze onderscheiding vanwege zijn grote verdienste voor de samenleving o.a.

- vooraanstaande rol in de vakbeweging

- wethouder en loco-burgemeester van de Gemeente Hoogezand-Sappemeer.

Kort na zijn benoeming overleed hij op 09-04-1975.

3 uitgave van de familiestamboom

2004 n Chr.

Na 1914 en 1978 verscheen in het jaar 2004 de derde uitgave van de stamboom. Het bijzondere hieraan is dat de eerste twee  Nederlandse generaties Herlijn opgenomen zijn in deze uitgave. Naast de traditionele boekvorm is er thans ook een CD-rom beschikbaar.

In deze databank zijn meer dan 5700 personen opgenomen. Dit aantal zal de komende jaren zeker stijgen. De bijna “volledige” tak van Nicolaus Herlijn zal zeker opgenomen worden in de  CD-rom.

span style=span